Afgelopen zomer heeft heel Nederland kennis gemaakt met augmented reality met Pokemon GO. Dit razend populaire augmented reality spel is misschien in populariteit al aan het afnemen, maar het spel heeft wel een beeld van de toekomst laten zien. Ook virtual reality komt er steeds meer door. Er komen steeds meer brillen op de markt en er zijn steeds meer mogelijkheden met virtual reality. Dat is zowel te zien in de gamingindustrie met de komst van de nieuwe Playstation VR bril die over enkele weken uit zal komen, maar ook in het onderwijs. Zo is er de app Beat the Street die scholieren kennis moet laten maken met gevaarlijke situaties in het verkeer. Het is inmiddels wel duidelijk dat we de komende jaren nog veel meer ontwikkelingen gaan zien in de VR en AR wereld.
Voor een goede gebruikerservaring is er namelijk een goede bandbreedte en latency nodig. Het is de vraag of de netwerkinfrastructuur momenteel wel is opgewassen tegen de ontwikkelingen van VR en AR.
Druk op het netwerk
AR en VR hebben al laten zien dat het snel viraal kan gaan. Echter is het de vraag of het huidige netwerk het aan kan wanneer de eisen van de gebruiker en de applicatie ook viraal gaan. Nadat Pokemon GO het succes heeft laten zien weten we allemaal wat augmented reality is en dat het goed bevalt. De eisen van gebruikers zullen dus hard gaan stijgen voor augmented reality games en daarmee zal het aanbod aan applicaties ook snel gaan stijgen. Nieuwe VR en AR apps zullen een grote druk gaan uitoefenen op het netwerk.
5G zal de strijd aan moeten gaan en zal er voor moeten zorgen dat de mobiele netwerken rekening houden met de eisen voor de bandbreedte. Deze zal rekentaken moeten overbrengen van het apparaat naar de cloud. Het 5G netwerk verminderd het gebruik van stroom en de gebruiker heeft het voordeel dat de cloud verschillende rekentaken over zal nemen.
Het verschil met AR en VR zal worden dat er veel meer apparaten komen die meewerken op het internet en dus bandbreedte vreten. Wanneer je aan het gamen bent met een VR bril dan wordt er ook gebruik gemaakt van de sensoren, camera’s en smartphones. Deze zorgen allemaal voor meer bandbreedte wat voorheen vaak van een apparaat gebeurde.
Wat er moet gebeuren
Er moet worden gewerkt aan het onderliggende ecosysteem. Er moet worden gezorgd dat de opslag, de verbinding en de rekenkracht direct op elkaar aansluiten en dichtbij de gebruiker wordt gebracht. Dit kan worden gedaan met software defined networking, oftewel sdn. Hiervoor moet het netwerk slimmer en programmeerbaar worden.